De informatiebehoefte van teamleiders in het mbo
Bij onderwijsinstellingen is veel informatie beschikbaar. Vaak is die vooral gericht op externe verantwoording en strategische beleidsvorming. Informatiemanagers richten zich dan ook vooral op het strategisch niveau van de organisatie: het College van Bestuur (CvB) en de directeuren. De operationele werkelijkheid van de teamleiders krijgt minder aandacht. Verschillende teamleiders geven aan behoefte te hebben aan het intern en extern vergelijken van informatie; ze zijn benieuwd hoe andere, vergelijkbare teams het doen. Uit deze verkennende studie blijkt dat er vaak veel aan ROC-brede doelstellingen informatie beschikbaar is, maar dat gesprekken tussen informatiemanager en teamleider vaak ad hoc geregeld worden. Meer aandacht voor de vertaling van centraal naar decentraal niveau is kortom gewenst. Het eindrapport ‘Van managementinformatie naar stuurinformatie’ schetst een beeld van de interactie tussen teamleider en informatiemanager in het mbo.
Sturingsinformatie voor teamleiders en hun teams
Uit het rapport ‘Van managementinformatie naar stuurinformatie’ blijkt dat informatie die dicht tegen de (sturings)behoefte van teamleiders ligt, vaak niet volledig, niet tijdig beschikbaar of kwalitatief onder de maat is. Kennisnet wilde via een vervolgonderzoek operationele, begrijpelijke en toepasbare sturingsinformatie laten opstellen voor teamleiders en hun teams. We organiseerden een startbijeenkomst met teamleiders en kwaliteitsmedewerkers van vier ROC’s en een vakschool. Hierin verkenden we welke informatiebehoefte generiek is, en waar prioriteit ligt bij het operationaliseren van sturingsinformatie op de verschillende informatiedomeinen. De resultaten van de startbijeenkomst gebruikten we als input voor een desksearch en gesprekken met experts. De notitie die hieruit voorkwam werd besproken, getoetst en aangescherpt in een eerste werkbijeenkomst met teamleiders en informatiemanagers. De informatiemanagers reflecteerden vanuit hun dagelijkse praktijk op de (on)mogelijkheden bij het operationaliseren van door teamleiders gewenste sturingsindicatoren. In de tweede en laatste werkbijeenkomst bespraken we de conceptrapportage.
Het rapport focust op indicatoren waaraan teamleiders de hoogste prioriteit geven én die in sterke mate generiek zijn voor de verschillende contexten waarin teamleiders werken. Het rapport moet teamleiders helpen bij het voorzien in (een deel van) hun informatiebehoefte (bottom up), en waar mogelijk aansluiten bij de op hoger (centraal) niveau geformuleerde strategische sturingsinformatie (top down). Daarmee is het rapport een hulpmiddel voor teamleiders en informatiemanagers bij het intensiveren van hun dialoog. Ook biedt het een handvat voor discussie met het hogere management.